
Spreekwoorden: (1914)
Iemand (of iets) onder de oogen ziend.w.z. iemand niet vreezen; een gevaar, eene moeilijkheid, vergeleken bij een persoon, die vrees inboezemt, van naderbij durven beschouwen, er niet tegen opzien, niet vreezen1). Vgl. Pers, 678 a: Zy waren afgerechter om papen en monnicken te knevelen, als hunne vy...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Iemand (of iets) onder de oogen ziend.w.z. iemand niet vreezen; een gevaar, eene moeilijkheid, vergeleken bij een persoon, die vrees inboezemt, van naderbij durven beschouwen, er niet tegen opzien, niet vreezen1). Vgl. Pers, 678 a: Zy waren afgerechter om papen en monnicken te knevelen, als hunne vy...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.